RoM
Bent u benieuwd naar wat er eigenlijk allemaal gebeurt in de RoM klas? We nemen u graag mee in wat we de afgelopen jaren hebben zien gebeuren, omdat we trots zijn op de reis die we gemaakt hebben en het punt waar we nu staan. De RoM klas in zijn huidige vorm bestaat nu ongeveer twee jaar. Daar zijn heel wat vormen aan vooraf gegaan, mét en zónder een aparte klas. We boekten toen ook succesjes, maar de groep bleef ongrijpbaar. We misten iets, maar wat? Het antwoord op die vraag kwam tijdens een bezoek aan het Kespercollege (cluster 4 VSO) in Gouda. Daar zagen we een systeem voor dezelfde doelgroep, met duidelijke kaders en verschillende fasen. Verder ook veel maatwerk, maar dat hadden we al. Het was juist de structuur en de kaders die wij misten binnen de RoM. Dit bezoek heeft ons geïnspireerd tot het ontwerpen van een nieuwe RoM structuur.
Deze nieuwe structuur bestaat uit verschillende fasen. De RoM klas is in de eerste twee fasen de basis. In fase 1 zetten we vol in op een warm pedagogisch klimaat. Het gevoel van veiligheid is onze top prioritiet. Onze leerlingen komen binnen met heel veel angst, daar moeten we eerst wat mee. Zonder deze fase zouden we veel van hen na dag één weer kwijt zijn. Onderwijs staat op de tweede plek in deze fase, maar niet eindeloos. Na een jaar moeten de leerlingen namelijk wel echt de RoM klas uit (fase 3). Voordat het zover is zetten de leerlingen in fase 2 de eerste stappen buiten de klas. Soms onder onze begeleiding, soms zelfstandig, wordt geprobeerd om weer een les buiten de RoM klas te volgen. De leerlingen kiezen zelf een vak waar ze zich prettig bij voelen. Dit breiden we vervolgens zó ver uit, tot de leerling ons niet meer nodig heeft. Vanaf dat moment zit de leerling in fase 3 en worden alle examenvakken buiten de RoM klas gevolgd, al is dat vaak nog wel met een aangepast rooster vanwege de beperkte belastbaarheid.
Het is hard werken in fase 1 om het vertrouwen van deze leerlingen te winnen. Als ze ons eenmaal toelaten, dan kan de groei beginnen. Ze kruipen dan zowat letterlijk uit hun schulp. Er ontstaan gesprekjes, grapjes, glimlachjes. Er zijn dagen dat we amper tot werken komen, omdat de gesprekken tussen de meiden zo waardevol zijn. Voor iedereen is er een plek, iedereen hoort erbij en iedereen wordt gezien. De meiden begrijpen als geen ander hoe het is om er niet bij te horen en willen dit koste wat het kost voorkomen binnen de groep. Dit wordt heel zichtbaar tijdens de uitjes die we maken. Het is ontroerend om te zien hoe ze er met elkaar durven zijn, hoe ze lol maken in Blijdorp, de polonaise dansen op het kerstfeest en elkaar de dansvloer op trekken, want je hoort erbij.
We hebben het gevoel dat we een goede modus hebben gevonden, maar dat wil niet zeggen dat het af is. Ook niet dat het altijd goed gaat. Bij sommige leerlingen lukt het niet, bij sommige leerlingen worden foutjes gemaakt in het doorstromen naar de volgende fase (te weinig uren op het rooster). Ook is het uitstromen uit de RoM klas echt een kritiek moment, waarop de RoM mentoren de situatie nog een tijdje heel goed in de gaten blijven houden. Voor sommige leerlingen is het belangrijk dat onze deur voor hen open blijft staan, zodat ze af en toe nog eens een praatje kunnen komen maken, of een tussenuurtje bij ons kunnen komen zitten. We moeten elkaar scherp houden op het bewaken van de kaders, maar ook om de valkuil van het eindeloos maatwerk leveren te voorkomen. Hiervoor hebben we speciale RoM leerlingbesprekingen en hebben we ook de input van de vakdocenten nodig.
Lang niet alle leerlingen die in fase 1 starten gaan hier van school met een diploma. Dat geeft ook niet. In veel gevallen wordt havo 3 afgemaakt en kunnen de leerlingen met een overgangsbewijs starten op een MBO 4 opleiding. Soms wordt de Jobacademie of het UTC ingeschakeld voor de uitstroom. Deze opties geven soms na jarenlang ploeteren in hetzelfde leerjaar een nieuw toekomstperspectief. In de RoM gaat het ook niet alleen maar over schoolprestaties, maar ook voor een groot deel over het terugvinden van een plekje in de maatschappij. We hebben het gevoel dat dit wel lukt bij het grootste deel van de leerlingen en daar zijn we enorm trots op. Hier doen we het toch voor!
Mw. Van Put, Mw. Klootwijk en Mw. Assenberg